Zoals in de hele klassieke oudheid werkt meer dan 95% van de inwoners van het Romeinse Rijk in de landbouw.
In de 3e en 2e eeuw v.C. maken senatoren en andere rijken zich in Italië meester van de uitgestrekte percelen grond.
Op de latifundia produceren zij vooral wijn, olijfolie en graan. 
Op een latifundium of villa werken vooral slaven. Zelfs de rentmeester die voor de eigenaar de villa beheert, is dikwijls een slaaf.
Rijke grondbezitters bezitten verschillende latifundia verspreid over Italië.
Vele kleine zelfstandige boeren kunnen de concurrentie niet aan en geven hun bedrijf op.
Ze worden pachter of trekken naar Rome. In de keizertijd neemt het grootgrondbezit verder toe. Dit gebeurt vooral in Italië, Sicilië, Gallië, Spanje en de Balkan. De kleine vrije boer verdwijnt nooit helemaal. Hij pacht meestal landbouwgrond van de grootgrondbezitter.
Uit sporen van vervuilde lucht uit de 1e eeuw v.C. leiden archeologen af dat de mijnbouw en de bewerking van koper en lood in de 1e eeuw v.C. zijn toegenomen in het Romeinse Rijk. In de landbouw en de metaalnijverheid gebruiken de Romeinen enkele technische vernieuwingen:
persen voor wijn en olijfolie en watermolens die tot vijf keer sneller draaien dan molens aangedreven door ezels.
In de mijnbouw drijven die molens pompen en pletmachines aan. 

 

 


"Vandaag voedt één Amerikaanse boer die uitgerust is met een machinepark honderd mensen.
In de oudheid voedden tien boerenfamilies één extra familie."

Is bovenstaande uitspraak correct
of niet? Waarom? 

 

Schrijf het antwoord hiernaast. 

(Vergeet niet op 'Verzenden' te klikken)

Bron: 

"De rijken hebben beslag gelegd op het grootste deel van de niet-toegewezen grond (ager publicus = grond van iedereen of gemene grond).
Op den duur voelden zij er zich zeker van dat niemand hen die zou afnemen en zij richtten hun ogen op de kleine aangrenzende eigendommen van de arme boeren. Zij palmden die in, soms op vriendelijke wijze door aankoop, soms met geweld.
Zo bebouwden ze van toe af aan geen akkers meer, maar enorme domeinen." 

Uit: Appianus (ca. 95 na C. - ca. 165)

Appianus is een Griekse historicus uit Alexandrië. 

 

  1. Hoe geraken 'de rijken' in het bezit van de niet-toegewezen grond?
  2. Wat is de Latijnse benaming voor 'niet-toegewezen grond'?  
  3. Op welke manieren geraken de rijken aan de kleine eigendommen van de arme boeren? 

 

Schrijf de antwoorden hiernaast. 

(Vergeet niet op 'Verzenden' te klikken)